missionarissen van afrika
missionnaires d’afrique

L A V I G E R I E . be

Het agro-industrieel park Bukanga Lonzo : een geval van grondroof georganiseerd door de Staat en de internationale gemeenschap

donderdag 7 juni 2018 door Webmaster

[marron]De Democratische Republiek Congo heeft op dinsdag 15 juli 2014de het eerste van een serie agro-industriële parken ingehuldigd die bestemd zijn om de ontwikkeling van het land vooruit te helpen en het enorme potentieel van landbouwgronden waarover het beschikt in de verf te zetten.
Het agro-industriële park van Bukanga Lonzo is 75.000 hectaren groot en stelt reeds 300 personen aan het werk volgens de regering, die zich beroemd over haar “productiepotentieel van grote bijgevoegde waarde: landbouwgrond met hoge opbrengst, beschikbaar water en mogelijkheid van irrigatie, en de nabijheid van de stad Kinshasa die een markt voorstelt en een afzetgebied van meer dan tien miljoen mensen”.
Uiteindelijk voorziet de Staat twintig agro-industriële parken in te stellen om het enorme landbouwpotentieel van het land uit te baten.
Maar de grond van het probleem is het volgende: de gronden en de dorpen die er op staan maken deel uit van het agro-industrieel park van Bukanga Lonzo, en de boeren van de streek hebben geen toegang meer tot hun landbouwgronden.
[/marron]

Om meer te weten.

[bleu marine]Bukanga Lonzo[/bleu marine], het eerste van de achttien agro-industriële parken die voorzien zijn in het land, koesterde hoge ambities, o.m. de ontwikkeling van de landbouw verzekeren en te komen tot zelfverzekerde voedingsmogelijkheden : 80.000 hectaren om te bebouwen, een investering van 83 miljoen dollars, gronden in leasing gegeven voor 25 jaar aan een Zuid-Afrikaanse onderneming, Africom commodities Group of Companies, in het kader van een publiek/privé partnerschap.

Ze verzekeren allemaal dat de bevolking van de omliggende dorpen nier geconsulteerd werd en dat tot nog toe niemand de exacte grenzen kent van het park. De jonge mensen lopen heel wat ontgoochelingen op: “wij hoopten werk te vinden in het park, maar wanneer we het gingen vragen hebben ze ons weggejaagd. Wie weerstand bood werd gebonden en in de gevangenis gestopt”.

De dorpelingen, gesteund door het CNONG (nationale raad van de NGO’s in Congo), wijzen het park toch niet af; zij hopen nog steeds te kunnen genieten van de beloofde gevolgen, de modernisering van de dorpen, het bouwen van de beloofde scholen en dispensaria, de vorming en het aanwerven van lokale kaders. Maar men is ver van dit alles: “iedereen praat daar Engels en wij, wij worden behandeld als indringers…”.

“De dagjesmensen die er werken klagen ook nog dat ze regelmatig besproeid worden door vliegtuigen die insecticiden strooien : ‘wij tellen niet mee, die mensen daar (de Zuid-Afrikanen) zijn slavendrijvers…’”.

Hoe heeft een zo groot territorium zich zo kunnen omzetten in een agro-industrieel park zonder de instemming van de lokale gemeenschappen? De chefs verklaren dan weer het misverstand : “Volgens de Congolese wet (ndr. de wet Bakanjika van 1973) behoren alle gronden aan de Staat, die dus het gebruik ervan kan bieden aan wie hij wil. Maar wij, wij voeren aan dat het ‘de grond van onze voorouders’ betreft. En volgens ons kunnen alleen de ‘chefs van de grond’ de toestemming geven om deze gronden te gebruiken en te verbouwen. Maar men heeft ons niets gevraagd, en het park heeft ons de toegang ontzegd tot onze begraafplaatsen, onze heilige gronden…”.

Deze minachting ten aanzien van de lokale bevolking irriteert de notabelen, die opwerpen dat in dezelfde regio andere ondernemingen, zoals bv. les Moulins du Congo of de Sucrerie de Kwilu Ngongo, veel betere relaties hebben met de bevolking.

De dorpelingen van hun kant stellen vast dat ze zelfs geen toegang meer krijgen tot hun traditionele velden et dat chemische producten, verspreid door vliegtuigen, zware schade veroorzaken : “wij die de gewoonte hadden rupsen te zoeken aan de rand van het bos, worden er nu weggejaagd, en daarbij zijn de rupsen nu praktisch verdwenen wegens de insecticiden en de meststoffen”.

Eigenlijk werd het agro-industrieel park van Bukanga Lonzo gesticht om de markt in Kinshasa te bevoorraden in maïs en andere voedingsproducten, maar tot nu toe is daar weinig van te merken in de hoofdstad. Het probleem is dat de gronden, waarvan het eigendom word beredderd te Kinshasa, dikwijls bekomen worden ten nadele van de lokale bevolkingsgroepen, die zich dan (een paradox in dit onmetelijk land) zonder landbouwgrond bevinden.

Sinds de baan hersteld werd, is de toegang tot Kinshasa gemakkelijker geworden en nieuwkomers hebben grote eigendommen kunnen bemachtigen in Bandundu. Onteigend en beroofd, kunnen de boeren alleen maar aanklagen dat ze geen landbouwgronden meer hebben , dat de belastingen mateloos groeien, enz…

[bleu marine]Bronnen[/bleu marine]
-  La RDC lance un ambitieux programme de parcs agro-industriels AFP

-  A Bukanga Lonzo le miracle se fait attendre 9 novembre 2017

-  Bukanga Lonzo – DIA

  Christian Roberti

Homepagina | Contact | Overzicht van de site | | Statistieken van de site | Bezoekers : 714 / 1152717

De activiteit van de site opvolgen nl  De activiteit van de site opvolgen België  De activiteit van de site opvolgen R+V   ?    |    titre sites syndiques OPML   ?

Site gebouwd met SPIP 3.0.28 + AHUNTSIC

Creative Commons License